U bent hier
Nederlands als thuistaal verliest terrein in Midden-West-Vlaanderen
BRUSSEL - Het aantal kinderen en jongeren uit het basis- en secundair onderwijs in Midden-West-Vlaanderen dat thuis geen Nederlands spreekt, blijft stijgen. Dit blijkt uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens (N-VA) verzamelde na een parlementaire vraag aan minister van onderwijs Hilde Crevits (CD&V). De stijging doet zich zowel in de grotere steden als in de kleinere gemeenten voor. “Deze cijfers tonen overduidelijk aan dat initiatieven om de taalachterstand bij kinderen en jongeren weg te werken broodnodig blijven” zegt Bert Maertens. “Want we weten dat wie onze taal onvoldoende machtig is veel minder snel integreert in onze samenleving, veel minder kans op slagen heeft in de klas en dus later minder kansen heeft op werk."
In totaal was vorig schooljaar (2015-2016) van 5,8% van de kinderen in het basisonderwijs en secundair onderwijs in het arrondissement Tielt Nederlands niet de thuistaal. Dat is het geval wanneer de leerling met niemand in het gezin of in een gezin met drie gezinsleden met maximum één gezinslid Nederlands spreekt. In het schooljaar 2011-2012 was dat nog bij 4,1% het geval.
Met bijna 360 kinderen (7,3%) heeft de stad Tielt momenteel het hoogste aantal kinderen met een andere thuistaal in het basis- en secundair onderwijs. Ook in Meulebeke ligt het aantal kinderen met 91 (6,4%) hoog. Ook in Dentergem is een opvallende stijging vast te stellen: van 1,8% in 2011-2012, naar 6,9% in 2015-2016.
Taalachterstand = minder onderwijskansen
Bert Maertens: “Het spreekt voor zich dat het niet gemakkelijk is voor de leerling en voor de leerkracht indien de leerling thuis geen Nederlands spreekt. Zeker indien het aantal leerlingen met een andere thuistaal in de klas of op school al hoog ligt. Dat verkleint de onderwijskansen van deze leerlingen, met meer zittenblijvers en schooluitval tot gevolg. Op termijn is dat compleet nefast voor hun kansen in het hoger onderwijs en op de arbeidsmarkt.”
“Daarom hebben we al enkele specifieke maatregelen ontwikkeld”, legt Vlaams volksvertegenwoordiger Vera Celis, onderwijsspecialiste van N-VA, uit. “Zo werd het budget voor OKAN-klassen (onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers) de afgelopen jaren verhoogd.”
Lokale initiatieven
Als vader en burgemeester ziet Bert Maertens ook een rol weggelegd voor de ouders én de steden en gemeenten. “Deze problematiek aanpakken is geen taak van het onderwijs alleen. Het is zeker ook een opdracht voor de ouders om ook zelf Nederlands te leren en onze taal thuis te spreken. Dat helpt hun kinderen vooruit. En het zal bovendien hun eigen integratie in onze samenleving vergemakkelijken", aldus Maertens.
Maar ook de lokale besturen kunnen uitstekende initiatieven nemen. "Zo organiseren we in mijn thuisstad Izegem sinds enkele jaren Babbeldoos op zaterdag en Babbelkamp tijdens de zomervakantie, waar kinderen met een taalachterstand, zowel Nederlandstalige als anderstalige nieuwkomers, spelenderwijs hun taalvaardigheid verbeteren. Op die manier willen we ervoor zorgen dat de kinderen een goede start kunnen maken op school. En voor anderstalige volwassenen is er elke week Babbel'Uit, een praatgroep waar ze samen met autochtone Vlamingen Nederlands over allerlei onderwerpen in gesprek gaan en zo hun taalkennis aanscherpen. Dergelijke initiatieven werpen duidelijk hun vruchten af en zouden overal in Vlaanderen navolging moeten krijgen”, besluit Bert Maertens.
Bijlage: overzicht voor de gemeenten van het arrondissement Tielt van het aantal leerlingen dat er school loopt met een thuistaal niet Nederlands (TNN) en het aandeel dat ze hebben in de schoollopende populatie in die gemeente. De gegevens worden weergegeven voor de schooljaren 2011-2012 t.e.m. 2015-2016 voor het gewoon basisonderwijs en het gewoon secundair onderwijs.